UVH
UVH (Uniforme Voorwaarden Horeca)
9.3.2 Individuen
Wanneer een reservering voor uitsluitend een restaurant (tafelreservering) is gemaakt voor één of meer individuen dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende:
1. indien een menu is overeengekomen:
a. bij annulering meer dan viermaal 24 uur voor het gereserveerde tijdstip zal geen vergoeding verschuldigd zijn;
b. bij annulering viermaal 24 uur of minder voor het gereserveerde tijdstip zal 50% van de reserveringswaarde verschuldigd zijn.
2. indien geen menu is overeengekomen:
a. bij annulering meer dan tweemaal 24 uur voor het gereserveerde tijdstip zal geen vergoeding verschuldigd zijn;
b. bij annulering tweemaal 24 uur of minder voor het gereserveerde tijdstip zal de klant 50% van de reserveringswaarde verschuldigd zijn.
9.4 Annulering andere horecaovereenkomsten.
9.4.1. Voor annulering van alle reserveringen niet vallende onder de artikelen 9.2 en 9.3 zal het 9.4.1 navolgende gelden.
9.4.2.Wanneer een reservering is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die 9.4.2 reservering het navolgende.
a. Bij annulering meer dan 6 maanden voor het tijdstip waarop krachtens de desbetreffende horecaovereenkomst de eerste horecadienst zou moeten worden verleend is de klant niet gehouden enige vergoeding aan het horecabedrijf te betalen.
b. Bij annulering meer dan 3 maanden voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 10% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
c. Bij annulering meer dan 2 maanden voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 15% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
d. Bij annulering meer dan 1 maand voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 35% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
e. Bij annulering meer dan 14 dagen voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 60% van de re-serveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
f. Bij annulering meer dan 7 dagen voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 85% van de re-serveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
g. Bij annulering 7 dagen of minder voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 100% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
9.4.3 Wanneer een reservering is gemaakt voor één of meer individuen geldt voor annulering van die reservering het navolgende.
a. Bij annulering meer dan 1 maand voor het tijdstip waarop krachtens de desbetreffende horecaovereenkomst de eerste horecadienst zou moeten worden verleend is de klant niet gehouden enige vergoeding aan het horecabedrijf te betalen.
b. Bij annulering meer dan 14 dagen voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 15% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
c. Bij annulering meer dan 7 dagen voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 35% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
d. Bij annulering meer dan 3 dagen voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 60% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
e. Bij annulering meer dan 24 uur voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 85% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
f. Bij annulering 24 uur of minder voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden100% van de re-serveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
9.5 Annulering door het horecabedrijf
9.5.1 Het horecabedrijf is met inachtneming van het navolgende bevoegd een horecaovereenkomst te annuleren, tenzij de klant binnen zeven dagen na het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst schriftelijk te kennen heeft gegeven te verlangen dat het horecabedrijf afstand doet van zijn annuleringsbevoegdheid, mits de klant daarbij tevens ondubbelzinnig te kennen heeft gegeven afstand te doen van zijn eigen annuleringsbevoegdheid.
9.5.2 Indien het horecabedrijf een horecaovereenkomst tot het verstrekken van spijs en bijbehorende drank annuleert zijn de artikelen 9.1.1 en 9.3.2 van overeen- komstige toepassing, met verwisseling van klant en horecabedrijf.
9.5.3 Indien het horecabedrijf een andere horecaovereenkomst dan bedoeld in artikel 9.5.2 annuleert zijn de artikelen 9.1.1 en 9.2.2 van overeenkomstige toepassing, met verwisseling van klant en horecabedrijf.
9.5.4 Het horecabedrijf is te allen tijde bevoegd een horecaovereenkomst te annuleren zonder tot betaling van de hierboven bedoelde bedragen gehouden te zijn, indien er voldoende aanwijzingen bestaan dat de op grond van die horecaovereenkomst in het horecabedrijf te houden bijeenkomst een zodanig ander karakter heeft dan verwacht mocht worden op grond van aankondiging door de klant of op grond van de hoedanigheid van klant of gasten, dat het horecabedrijf de overeenkomst niet gesloten zou hebben indien het van het werkelijke karakter van de bijeenkomst op de hoogte was geweest. Maakt het horecabedrijf van deze bevoegdheid gebruik nadat de betreffende bijeenkomst begonnen is, dan is de klant gehouden tot betaling van de tot dat tijdstip genoten horecadiensten, doch vervalt zijn betalingsverplichting voor het overige. De vergoeding voor genoten horecadiensten wordt in voorkomend geval naar tijdsevenredigheid berekend.
9.5.5 Het horecabedrijf is gerechtigd om, in plaats van zijn in artikel 9.5.4 bedoelde bevoegdheid uit te oefenen, nadere eisen te stellen ten aanzien van het verloop van de betreffende bijeenkomst. Indien er voldoende aanwijzingen bestaan dat deze eisen niet (zullen) worden nageleefd, is het horecabedrijf alsnog gerechtigd zijn in artikel 9.5.4 bedoelde bevoegdheid uit te oefenen.
9.5.6 Indien en voor zover het horecabedrijf tevens optreedt als reisorganisator in de zin van de wet geldt met betrekking tot reisovereenkomsten in de zin van de wet het volgende. Het horecabedrijf mag de reisovereenkomst op een wezenlijk punt wijzigen wegens gewichtige, de reiziger onverwijld medegedeelde omstandigheden. Het horecabedrijf mag de reisovereenkomst ook anders dan op een wezenlijk punt wijzigen wegens gewichtige, de reiziger onverwijld medegedeelde omstandigheden. Tot twintig dagen voor de aanvang van de reis mag het horecabedrijf de reissom verhogen in verband met wijzigingen in de vervoerskosten met inbe-grip van brandstofkosten, de verschuldigde heffingen of de toepasselijke wisselkoersen. Indien de reiziger een wijziging als hiervoor bedoeld afwijst kan het horecabedrijf de reisovereenkomst opzeggen.
Artikel 10 Waarborgsom en tussentijdse betaling
10.1 Het horecabedrijf kan te allen tijde van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf deponeert of doet deponeren een waarborgsom ter hoogte van maximaal de reserveringswaarde minus eventuele reeds verrichte tussentijdse betalingen. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet.
10.2 Het horecabedrijf kan telkens tussentijds betaling verlangen van inmiddels verleende horecadiensten. 10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag terzake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabedrijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.
Artikel 11 Omzetgarantie
11.1 Indien een omzetgarantie is afgegeven is de klant verplicht terzake de betreffende horecaovereenkomst(en) tenminste het in de omzetgarantie bepaalde bedrag aan het horecabedrijf te betalen.
Artikel 12 Aansprakelijkheid van het horecabedrijf
12.1 De uitsluiting van aansprakelijkheid in dit artikel geldt niet voor zover het horecabedrijf terzake het risico dat zich heeft gerealiseerd van een verzekeringsmaatschappij of van een andere derde een vergoeding heeft ontvangen.
12.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 4.6 is het hotelbedrijf niet aansprakelijk voor beschadi-ging of verlies van goederen, die in het hotel zijn meegebracht door een gast die daar zijn intrek heeft genomen. De klant vrijwaart het hotelbedrijf tegen aanspraken van gasten terzake. Het hier bepaalde geldt niet voorzover de beschadiging of het verlies te wijten is aan opzet of grove schuld van het hotelbedrijf.
12.3 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12.7 en 12.8 is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk voor welke schade dan ook door de klant, de gast en/of derden geleden tenzij de schade het directe gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid geldt in het bijzonder ook voor schade ontstaan als gevolg van het nutti-gen van door het horecabedrijf bereide of geserveerde levensmiddelen en voor schade ontstaan als gevolg van automatiseringsproblemen. Indien dwingend recht slechts een minder vergaande beperking van aansprakelijkheid toelaat geldt die minder vergaande beperking.
12.4 In geen enkel geval is het horecabedrijf gehouden een hoger bedrag aan schaderegeling te betalen dan: 1. de reserveringswaarde of, indien dat meer is. 2a. het door de verzekeraar van het horecabedrijf aan het horecabedrijf terzake de schade uit-betaalde bedrag, dan wel; 2b. de terzake de schade van een andere derde verkregen vergoeding.
12.5 Voor schade aan of met voertuigen van de gast veroorzaakt is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
12.6 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor schade direct of indirect aan wie of wat ook ontstaan als direct of indirect gevolg van enig gebrek of enige hoedanigheid of omstandigheid aan, in of op enig roerend of onroerend goed waarvan het horecabedrijf houder, (erf)pachter, huurder dan wel eigenaar is of dat anderszins ter beschikking van het horecabedrijf staat, behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
12.7 Indien voor de gast aan de in bewaring gegeven goederen, waarvoor een vergoeding als bedoeld in artikel 4.6 in rekening wordt gebracht, schade ontstaat is het horecabedrijf verplicht de schade aan deze goederen tengevolge van beschadiging of vermissing te vergoeden. Schadevergoeding is nimmer verschuldigd terzake in de afgegeven goederen aanwezige andere goederen.
12.8 Indien het horecabedrijf goederen in ontvangst neemt of indien goederen op welke wijze dan ook waar dan ook door wie dan ook worden gedeponeerd, bewaard en/of achtergelaten zonder dat het horecabedrijf daarvoor enige vergoeding bedingt, dan is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk voor schade aan of in verband met die goederen op welke wijze dan ook ontstaan tenzij het horecabedrijf opzettelijk deze schade heeft toegebracht, of de schade het gevolg is van grove schuld van het horecabedrijf.
12.9 De klant (niet zijnde een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) vrijwaart het horecabedrijf volledig terzake iedere aanspraak, hoe ook genaamd, welke de gast en/of enige derde jegens het horecabedrijf mocht geldend maken, indien en voor zover deze aanspraak in de ruimste zin verband kan houden met enige door het horecabedrijf krachtens enige overeenkomst met de klant te verlenen of verleende (horeca)dienst dan wel met de accommodatie waarin een zodanige (horeca)dienst werd verleend of moest worden verleend.
12.10 De in artikel 12.9 bedoelde vrijwaringsverplichting geldt ook indien de horecaovereenkomst met de klant en/of de gast geheel of gedeeltelijk om welke reden dan ook is ontbonden.
Artikel 13 Aansprakelijkheid van de gast en/of klant
13.1 De klant en de gast en degenen die hem vergezellen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die voor het horecabedrijf en/of enige derde is en/of zal ontstaan als direct of indirect gevolg van wanprestatie (toerekenbare tekortkoming) en/of onrechtmatige daad, waaronder overtreding van de huisregels is begrepen, begaan door de klant en/of de gast en/of degenen die hem vergezellen, alsmede voor alle schade die is veroorzaakt door enig dier en/of enige stof en/of enige zaak waarvan zij houder zijn of die onder hun toezicht staan.
Artikel 14 Afrekening en betaling
14.1 De klant is de in de horecaovereenkomst bepaalde prijs verschuldigd dan wel, voor zover de horecaovereenkomst werd gesloten meer dan drie maanden voor het tijdstip waarop de ingevolge die overeenkomst te verrichten horecadiensten verleend moeten worden, de prijzen welke gelden op het moment dat de horecadienst(en) (moet(en)) wordt(den) verleend, waaronder tevens worden verstaan de prijzen als vermeld op lijsten welke door het horeca-bedrijf op een voor de gast zichtbare plaats zijn aangebracht danwel zijn opgenomen in een lijst welke aan de klant/gast, desnodig op diens verzoek, wordt overhandigd. Wijzigingen in het BTW-tarief worden te allen tijde aan de klant doorberekend.
Een lijst wordt geacht voor de gast zichtbaar aangebracht te zijn indien deze zichtbaar is in de normaal toegankelijke ruimten van het horecabedrijf.
Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, bewassing, telefoon, telex, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding worden gevorderd.
14.4 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen terzake annulering of no-show, zijn door de klant en/of gast verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling zorg te dragen tenzij schriftelijk anders is overeengekomen of tenzij anders wordt overeengekomen.
14.5 Wanneer voor een rekening voor een lager bedrag dan 150,- krachtens het bepaalde in het vierde lid een factuur wordt gezonden dan kan het horecabedrijf daarenboven 15,- aan administratiekosten in rekening brengen. Op dat bedrag is het bepaalde in dit artikel van overeenkomstige toepassing.
14.6 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen welke één van hen of beiden aan het horecabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Geen van hen kan zich beroepen op enig voorrecht van uitwinning. Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen.
14.7 Zolang de gast en/of klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de gast en/of klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de gast en/of klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft vol-daan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen.
14.8 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het factuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet.
14.9 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist.
14.10 Indien de klant in gebreke is dient hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten te vergoeden, gerechtelijke zowel als buitengerechtelijke. De buitengerechtelijke inningskosten worden gesteld op minimaal 15% van de verschuldigde hoofdsom met een minimum van 100,- alles te vermeerderen met de daarover verschuldigde B.T.W.
14.11 Daarenboven is de klant indien hij in gebreke is een bedrag aan rente verschuldigd welke ligt 2% boven de wettelijke rente. Een gedeelte van een maand wordt bij de berekening van de verschuldigde rente voor een gehele maand gerekend.
14.12 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 14.7 onder zich heeft en de klant van wie het horecabedrijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in ge-breke is, is het horecabedrijf gerechtigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de op-brengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert wordt aan de klant uitgekeerd.
14.13 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de navolgende volgorde: 1. de kosten van executie; 2. de gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten; 3. de rente; 4. de schade; 5. de hoofdsom.
14.14 Betaling geschiedt in Nederlandse courant. Indien het horecabedrijf buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan zal gelden de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen.
14.15 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om cheques, girobetaalkaarten en andere dergelijke betaalmiddelen te accepteren en kan aan acceptatie van zodanige betaalmiddelen voorwaarden verbinden. Hetzelfde geldt voor andere, hier niet genoemde betaalmiddelen.
Artikel 15 Overmacht
15.1 Als overmacht voor het horecabedrijf, die maakt dat een eventuele daardoor veroorzaakte tekortkoming het horecabedrijf niet kan worden toegerekend, zal gelden iedere voorziene of onvoorziene, voorzienbare of onvoorzienbare omstandigheid die het uitvoeren van de horecaovereenkomst door het horecabedrijf zodanig bemoeilijkt dat het uitvoeren van de horecaovereenkomst onmogelijk dan wel bezwaarlijk wordt.
15.2 Onder zodanige omstandigheden worden mede verstaan zodanige omstandigheden bij personen en/of diensten en/of instellingen waarvan het horecabedrijf gebruik wenst te maken bij het uit-voeren van de horecaovereenkomst, alsmede alles wat voor voornoemden als overmacht of op-schortende dan wel ontbindende voorwaarde geldt, alsmede wanprestatie van voornoemden.
15.3 Indien een der partijen bij een horecaovereenkomst niet in staat is om aan enige verplichting uit die horecaovereenkomst te voldoen, is hij gehouden de andere partij hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen.
Artikel 16 Gevonden voorwerpen
16.1 In het gebouw en zijn aanhorigheden van het horecabedrijf verloren of achtergelaten voorwer-pen, welke door de gast worden gevonden, dienen door deze met bekwame spoed bij het horecabedrijf te worden ingeleverd.
16.2 Van voorwerpen, waarvan de rechthebbende zich niet binnen een jaar na de inlevering daarvan bij het horecabedrijf heeft gemeld, verkrijgt het horecabedrijf de eigendom.
16.3 Indien het horecabedrijf door de gast achtergelaten voorwerpen aan deze toezendt geschiedt zulks geheel voor rekening en risico van de gast. Het horecabedrijf is nimmer tot toezending verplicht.
Artikel 17 Kurkengeld
17.1 Indien de gast en/of klant in de ruimten van een horecabedrijf drank nuttigt die niet door dat horecabedrijf verstrekt is, is de klant per genuttigde fles een bedrag aan kurkengeld verschuldigd.
17.2 Indien de gast en/of klant in de ruimten van een horecabedrijf spijzen nuttigt die niet door dat horecabedrijf verstrekt zijn, is de klant terzake een bedrag aan keukengeld verschuldigd. 17.3 De in de artikelen 17.1 en 17.2 bedoelde bedragen worden vooraf overeengekomen dan wel, bij gebreke van voorafgaande overeenkomst, in redelijkheid vastgesteld door het horecabedrijf.
Artikel 18 Toepasselijk recht en geschillen
Op horecaovereenkomsten is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.
18.2 Ingeval van geschillen tussen het horecabedrijf en een klant (niet zijnde een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) is bij uitsluiting bevoegd de bevoegde rechter in de woonplaats van het horecabedrijf, tenzij krachtens dwingende wetsbepaling een andere rechter bevoegd is en onverminderd de bevoegdheid van het horecabedrijf het geschil te doen beslechten door de rechter die bij gebreke van dit beding bevoegd zou zijn.
18.3 Indien en zodra onder auspiciën van Koninklijk Horeca Nederland en eventuele andere betrokken organisaties een geschillencommissie in het leven is geroepen, zullen de geschillen ter beslechting waarvan de geschillencommissie is ingesteld overeenkomstig de terzake opge-stelde reglementen worden beslecht.
18.4 Alle vorderingen van de klant verjaren na verloop van een jaar na het moment waarop zij zijn ontstaan.
18.5 De ongeldigheid van één of meer van de bedingen in deze algemene voorwaarden laat de geldigheid van alle andere bedingen onverlet. Blijkt een beding in deze algemene voorwaarden om enigerlei reden ongeldig, dan worden partijen geacht een geldig vervangend beding overeengekomen te zijn dat het ongeldige beding naar strekking en reikwijdte zoveel mogelijk benadert.
September 1998